Kooktrends begin jaren '60
Na de strakke en stijve jaren ’50 braken de aanvankelijk nog steeds brave, maar toch al wat lossere jaren ’60 aan. Nederland werd langzaamaan welvarender en het gemiddelde gezin kreeg wat meer te besteden. Ook vond er in deze tijd een belangrijke verschuiving plaats in de keuken. Voedselfabrikanten boorden een hele nieuwe markt aan; namelijk die van het gemaksvoedsel. Onder het mom van het verlichten van de zware huisvrouwtaken raakte het koken met pakjes en zakjes snel ingeburgerd. Huisvrouwen hoefden hierdoor aanzienlijk minder lang in de keuken door te brengen.
Op zaterdag werd er vaak lekker makkelijk gegeten en werd er bijvoorbeeld soep uit blik geserveerd. Een dessert als pudding kwam nu ook vaak uit een pakje en daarmee werd pudding met ouderwetse dikke vellen ook verleden tijd.
De Nederlander begon voorzichtig de culinaire horizon te verbreden. Af en toe werd er pizza of Chinees buiten de deur gegeten. Ook eten afhalen raakte meer in zwang: het aantal afhaalchinezen groeide in de jaren ’60 explosief.
Toch at men hoofdzakelijk nog Hollandse pot. In het begin van de jaren ’60 werd er nog steeds zeer traditioneel gekookt (bijvoorbeeld gekookte aardappelen, bloemkool met een papje en karbonade) en bij het ontbijt en de lunch werden stapels boterhammen verorberd. In deze tijd was het begrip “Woensdag Gehaktdag” een zeer bekende reclame slogan om de verkoop van vlees te bevorderen. Slagers slachtten op maandag, verwerkten het vlees op dinsdag en boden vervolgens op woensdag het vermalen restvlees goedkoop aan. Het was iets waar huisvrouwen dankbaar gebruik van maakten. De Hollandse bal gehakt stond op woensdag dan ook vaak op het menu. Bewaren kon je het vlees namelijk niet, want veel mensen hadden nog geen koelkast.
Wilt u de “Woensdag Gehaktdag” in ere houden? Op onze website vindt u een lekker traditioneel recept met een oosterse knipoog:
Saté gehakt balletjes!